zondag 6 september 2009

de Draak.

Op de verjaardag van de aap kwamen weinig dieren. Alleen de olifant, de muis en de panda kwamen. De aap ging met de anderen een klimparadijs maken. Toen aten ze bananentaart. Toen gingen ze nog even klimmen in het klimparadijs. En vlak voor ze weer naar huis gingen deden ze de kadautjes. De olifant gaf een bananenservies, de panda een mixer om bananenpap te maken. Toen de muis aan de beurt was, kwam hij aansjouwen met een dik boek. De aap keek naar het boek. Het was geen boek over bananen, maar over draken. De aap las het boek. In de stad Draini woont een draak. Die Draak woont op een verlaten grasveld. Het gras is heel hoog, daarom kan je de grot van de draak niet goed zien. De grot staat in het midden van het grasveld. De draak spuuwt vuur, en heeft scherpe punten op zijn rug. De poes is naar de grot geweest en niet meer terug gekomen. De aap zei : daar moeten we heen! Ja, zei de muis. Ja, zei de olifant. Jjja stotterde de panda. Oké, morgen vertrekken we. Want het is avond, zei de aap. Ze gingen slapen. De volgende morgen kwamen de muis, de olifant en de panda naar de aap. De aap zei : Gisteren kwamen de uil, het hert en de eekhoorn nog een kadautje brengen. Er lag een boot in de vorm van een banaan met peddels in de vorm van een banaan. Aan het einde van de rivier is Draini. Ze stapte in de boot en de boot dreef weg. Ze vielen alle vier in slaap. Toen ze waker werden dreven ze op een meer. Ze legde de boot vast en stapte uit. Na een uurtje zoeken zei de muis: Kijk daar! Heel hoog gras! Ze liepen het hoge gras in. Na een half uurtje vroeg de olifant: waar zijn we? Ik weet het niet zei de panda. Ik ook niet zei de muis. We moeten op elkaar klimmen. Dan zien we waar we zijn! De aap klom op de olifant en de panda klom op de aap en de muis klom op de panda. Toen zei de muis nog even doorlopen en dan zijn we er! Ze liepen verder en kwamen bij een stenen muur. Ze zagen een ingang en gingen naar binnen. Het was heel heet en ze zagen een rivier van vuur. Ze liepen verder en ze zagen hele grote stinkvoeten. Ze keken omhoog en zagen een kop zo groot als een huis met 10 verdiepingen. Ze stekels waren scherper dan het scherpste mes ter wereld. Zijn staart was wel 1000 meter lang! De Draak zei: Ik heb honger. Ik heb rugpijn en kan dus niet naar het gras om gras te halen. Julie halen voor mij gras heel veel gras. Anders eet ik jullie op! Ze haalde snel gras en nog meer. Ze liepen alle vier wel 10 keer op en neer. Toen de Draak uit gegeten was stopte hij ze in een kooi. Hij liep even weg en kwam terug met vier hele grote dozen. Er stond in elke doos hetzelfde: een bed een tafel met een stoeltje en een openhaard. De Draak zette ieder in een doos en zei: Jullie kunnen hier blijven. hij spuwde in elk openhaardje een beetje vuur. De volgende morgen zei de Draak: Ik ga even naar buiten als ik terug kom staat er een hoop gras. De vier dieren haalde een hoop gras en de Draak was er nog niet. ze gingen verder de grot verkennen om de poes te vinden. Ze zagen een Y-splitsing. De olifant en de muis gingen de ene kant op en de aap en de panda gingen de andere kant op. Bij allebei de wegen kwam weer een Y splitsing en nu liep iedereen alleen. De muis en de aap kwamen elkaar tegen. Die twee wegen waren dus doodlopend. De aap ontdekte dat hij alleen maar rondjes liep. De olifant kwam bij een huilende poes. De olifant Vroeg: Wat is er? De poes antwoorde: Ik ben verdwaald! De olifant liep terug en de poes liep mee. Ze lieten een briefje achter en verlieten de grot.

1 opmerking: