Een pratende computer

Er was eens een onderzoeker. Hij onderzocht computers.Hij vond een sleutel en nam hem mee naar zijn huis. Er zat een kaartje in. Hij vouwde het open. Het was een schatkaart! Hij volgde de kaart en kwam uit op een deur.Hij maakte hem open met de sleutel. Er zat een hele grote kamer achter. Er stonden kaarsjes en een hele grote versierde stoel in het midden. Hij ging op de stoel zitten en op dat moment waaide de deur dicht. Er kwamen allemaal gekke wezentjes aan. Een droeg de sleutel. Hij zag dat hij blind was. De rest van de wezentjes kwam op hem af. Hij kon niet weg. Hij moest de sleutel krijgen. Hij had een idee. Hij gooide zijn sleutel tegen het wezentje en die viel op de grond. Hij sprong over de andere wezentjes heen pakte de sleutel. Hij rende naar de deur en maakte hem open. Toen hij door de deur was deed hij hem snel dicht. Hij was in een doolhof. Hij liep door het doolhof en al snel kwam hij weer een wezentje tegen. Hij riep: dzzdzziepiepomomunu. Ineens stonden alle wezentjes om hem heen. Hij sprong weer over de wezentjes heen en rende snel verder. Alle wezentjes kwamen achter hem aan maar hij was sneller. Hij kwam weer bij een deur. Er hing een touw naast de deur. 3meter van de grond hing de sleutel. Hij klom omhoog en pakte de sleutel. Ondertussen waren de wezentjes op 10meter afstand! Hij liet de sleutel vallen en klom naar beneden. Hij pakte de sleutel, maakte de deur open en ging snel naar binnen. Hij zat nu in een kamer met allemaal flesjes. Hij pakte een paar flesjes en ging door de andere deur. opeens was hij weer thuis. Er kwam een tekst op de flesjes: Gooi dit over een voorwerp en het begint te praten. Hij gooide het over zijn proef computer en het begon te praten!!!!